1. Voor welke uitdaging staan we juist? Wat zijn de problemen?
Om de klimaatverandering binnen de perken[1] te houden moet de uitstoot van broeikasgassen stoppen. Daarom staan we wereldwijd voor een doorgedreven energietransitie van fossiele naar hernieuwbare energiebronnen, van centrale naar decentrale energieproductie, van energieverspilling naar rationeel energiegebruik. De uitdaging bestaat erin om iedereen mee te nemen in een sociaal rechtvaardige energietransitie.
In Vlaanderen zijn hernieuwbare energiebronnen zowat onze enige natuurlijke rijkdommen. Er is gelukkig wind en zon in overvloed om te voorzien in onze rationele energiebehoefte, aangevuld met lokale bio-energie, waterkracht en geothermie.
Hernieuwbare energiebronnen zijn ‘commons’, ze zijn een ‘gemeengoed’ en moeten voor iedereen toegankelijk zijn. Wind en zon zijn immers van iedereen.
De energietransitie is reeds ingezet. Met het systeem van de groenestroomcertificaten stimuleert de Vlaamse overheid lokale investeringen in hernieuwbare energie. In Vlaanderen zijn het vooral de burgers die de energietransitie betalen : als consument via de energiefactuur[2], als belastingbetaler via de subsidies en als spaarder via de bank die ons spaargeld uitleent aan projectontwikkelaars en energiemultinationals.
Naar het voorbeeld van de Duitse ‘energiewende’ roept minister Tommelein met de ‘stroomversnelling’ iedereen op voor méér hernieuwbare energie in Vlaanderen. In Duitsland is een derde van de hernieuwbare energieprojecten in handen van burgers en coöperaties, en heeft de goedkoopste stroom[3] op de groothandelsbeurs in Europa. In Vlaanderen is amper 4% van de hernieuwbare energieprojecten in handen van burgercoöperaties, vanwaar dat verschil?
Bij ons is de ruimte voor windprojecten schaars en liggen de geschikte locaties voor windturbines reeds onder contract bij projectontwikkelaars. Sinds het openstellen van landbouwgebied kunnen we gerust spreken van een windrush. Daardoor maken burgerinitiatieven geen kans meer om aan winddelen te doen via een eigen windproject. Dit is nefast voor het draagvlak, en lokale overheden proberen daar iets aan te doen.
In Vlaanderen is de steun voor zonprojecten specifiek gericht op individuele PV-installaties die het eigenverbruik dekken en gefinancierd worden met bankleningen. Gevolg is dat PV-installaties afgestemd worden op het eigenverbruik, waardoor grote geschikte dakoppervlakken onderbenut blijven. Collectieve PV-projecten opengesteld voor 100% burgerparticipatie zijn niet voorzien in de huidige regelgeving, wat zonnedelen onmogelijk maakt.
Dat maakt het voor burgercoöperaties in Vlaanderen bijzonder moeilijk om hun ding te doen: samen een deel van de omgevingsenergie oogsten voor eigen gebruik.
2. In welke richting zoeken en vinden we antwoorden? Wat is de transitie die nodig is in deze sector of arena?
Er is nood aan een sociaal maatschappelijke energietransitie die iedereen meeneemt en waaraan iedereen kan deelnemen. Daar kan Coöperatief ondernemen met hernieuwbare energiebronnen een duurzame invulling aan geven, de internationaal erkende coöperatieve normen en waarden bieden daarvoor een houvast. Dit pleit ook voor een regelgeving die kansen biedt aan iedereen.
Lokale overheden hebben die boodschap ondertussen begrepen. Steeds meer gemeenten ondertekenen de burgermeesterconvenant en willen samen met hun bevolking de uitstoot van broeikasgassen op hun grondgebied drastisch verminderen. Wind en zon zijn in elke gemeente overvloedig beschikbaar, het zijn lokale natuurlijke rijkdommen, commons, streekproducten. Wind en zon komen als oplossing uit de hemel vallen voor het gezamenlijk realiseren van klimaatactieplannen. Daarom reserveren steeds meer gemeenten een deel van de omgevingsenergie voor de lokale gemeenschap via een gemeenteraadsbesluit[4]. Het is een uitnodiging aan projectontwikkelaars om de hernieuwbare energiebronnen op het grondgebied te delen met de lokale gemeenschap, dat heet energiedemocratie[5]. Gemeenten brengen hun patrimonium in kaart en stellen hun daken en publieke gronden ter beschikking voor collectieve coöperatieve zon[6]- en wind[7]projecten.
3. Welke rol spelen coöperaties in deze transitie? Wat zijn de concrete antwoorden en oplossingen die zij bieden? Welke verhalen schrijven zij en welke kracht spreekt daaruit?
Burgercoöperaties[8] willen samen een deel van de omgevingsenergie oogsten voor eigen gebruik. Daarmee nemen burgers hun energievoorziening terug in eigen handen en zorgen daarmee voor lokale verankering en duurzame energieautonomie. Ze kiezen bewust voor de combinatie van energiebesparing en 100% hernieuwbare energie.
Daarmee realiseren ze een lokale energietransitie wat een zege is voor het realiseren van burgermeesterconvenanten en klimaatactieplannen. Burgercoöperaties hebben het wervend potentieel om iedereen rechtstreeks te betrekken bij de lokale energietransitie via coöperatieve projecten en daarvoor het nodige burgerkapitaal te verzamelen. Coöperatieve projecten zorgen voor lokale meerwaardecreatie en de opbrengsten blijven in de lokale economie. Via onze energiefactuur stroomde ons geld decennialang naar oliesjeiks en gastsaren. Het gezamenlijk oogsten van lokale wind en zon stelt ons in staat dit geld in de lokale gemeenschap te laten circuleren.
Door middel van collectieve zon- en windprojecten bereiken burgercoöperaties mensen die uit de transitieboot dreigen te vallen omdat ze bvb op een appartement of in een huurhuis wonen, of omdat ze het geld niet hebben om te investeren in een eigen installatie. Door middel van collectieve renovatietrajecten stimuleren burgercoöperaties om de energiebehoefte te reduceren zodat de energiefactuur daalt. Want de goedkoopste kilowattuur is de bespaarde kilowattuur.
Burgercoöperaties zijn daarenboven democratisch georganiseerd en versterken het draagvlak in harmonie met de lokale gemeenschap. Daarom zijn burgercoöperaties de natuurlijke bondgenoten van lokale besturen.
Voetnoten:
[1] De wetenschappers leggen de gevarengrens op 1,5°C opwarming, daarboven riskeren we dat het klimaat op hol slaat en onze leefwereld verandert in een voor de mens vijandige omgeving. Het klimaatakkoord van Parijs COP21 in december 2015 legt een basis voor de noodzakelijke transitie.
[2] www.creg.be : boordtabel federale energiewaakhond : zie grafiek huishoudens en KMO’s
[3] www.creg.be : boordtabel federale energiewaakhond : zie grafiek evolutie groothandelsprijs
[4] https://www.rescoopv.be/sites/default/files/GRB_LAARNE_20170622_beleidsmatig_kader_hernieuwbare_energie_projecten_grondgebied%5B1%5D.pdf
[6] https://www.rescoopv.be/sites/default/files/Bestek_PV_KUURNE_266115_nl.pdf
[7] https://www.rescoopv.be/sites/default/files/GR-Eeklo_beslissing%20windenergie%203%20_20090216%20aanbesteding.pdf
[8] https://www.rescoopv.be/sites/default/files/Publicaties/Actie_3_juni/flyer_ICAprincipes_20141.pdf